Centraal in dit nummer van OASE staan de definitie, het karakter en de rol van deze hybride gebouwen in het stedelijk weefsel - of van het stedelijk weefsel in hybride gebouwen. De vermenging, expressie en onderlinge verhouding van publieke en collectieve domeinen in een gebouw en de verhouding tussen gebouw en stad worden ter discussie gesteld. Er wordt gekeken naar de invloedrijke rol van hybride gebouwen in de stad, naar hun omvang en de manier waarop ze uiteenlopende stedelijke functies combineren. Daarbij wordt het hybride gebouw ook opgevat als een belangrijk element in het stedelijk beleid dat bijdraagt aan city branding - de combinatie van kenmerken die een stad maakt tot wat ze is.
Al in 1992 bracht de Spaanse architect Manuel de Solà-Morales in OASE het idee naar voren dat de maatschappelijke, architecturale, stedenbouwkundige en morfologische rijkdom van de hedendaagse stad vooral te vinden is in de collectieve ruimten die niet strikt publiek of privé zijn, maar ergens ertussenin moeten worden geplaatst. Het gaat hier om publieke ruimten die worden gebruikt voor privé-activiteiten, of privé-ruimten die collectief kunnen worden gebruikt, en het hele spectrum daar tussenin.
Centraal in dit nummer van OASE staan de definitie, het karakter en de rol van deze hybride gebouwen in het stedelijk weefsel - of van het stedelijk weefsel in hybride gebouwen. De vermenging, expressie en onderlinge verhouding van publieke en collectieve domeinen in een gebouw en de verhouding tussen gebouw en stad worden ter discussie gesteld. Er wordt gekeken naar de invloedrijke rol van hybride gebouwen in de stad, naar hun omvang en de manier waarop ze uiteenlopende stedelijke functies combineren. Daarbij wordt het hybride gebouw ook opgevat als een belangrijk element in het stedelijk beleid dat bijdraagt aan city branding - de combinatie van kenmerken die een stad maakt tot wat ze is.