OASE 73 verkent de theoretische achtergrond van het fenomeen 'gentrification' vanuit verschillende invalshoeken, zoals de beeldende kunst, cultuurgeschiedenis, economie, landschap/stedebouwkundig ontwerpen, sociologie etc. Daarnaast zijn in dit nummer case-studies opgenomen uit Londen, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Wenen.

In de afgelopen vijftien jaar hebben zich grote veranderingen voorgedaan in de rol van de verschillende partijen op de Nederlandse woningmarkt. Met name de verzelfstandiging van de woningcorporaties in 1994, heeft zich vertaald naar een nieuwe dynamiek in processen van stedelijke vernieuwing. Dit wordt momenteel vooral zichtbaar in de aanpak van zogenoemde probleemwijken. Het beleid van betrokken partijen richt zich hierbij steeds meer op het terugbrengen van het aantal sociale huurwoningen en het vergroten van het aantal koopwoningen voor midden- en hogere inkomens. Het proces waarbij een wijk die bewoond wordt door mensen uit lagere klassen, veranderd wordt in een woonwijk voor de middenklasse, wordt gedefinieerd als 'gentrification'. Waar dit aanvankelijk een 'bottom-up' proces was, vaak gedragen door creatieven, zoals in verpauperde delen van Londen en New York, is dit mechanisme inmiddels door de markt ontdekt. Creatieve industrie en culturele voorzieningen worden nu 'top-down' tot instrument gemaakt om dit proces te starten.

OASE 73 verkent de theoretische achtergrond van het fenomeen 'gentrification' vanuit verschillende invalshoeken, zoals de beeldende kunst, cultuurgeschiedenis, economie, landschap/stedebouwkundig ontwerpen, sociologie etc. Daarnaast zijn in dit nummer case-studies opgenomen uit Londen, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Wenen. Met bijdragen van: Stefan Metaal, Jeroen Boomgaard, Igor Marjanovic & K. Ruedi Ray, Siebe Thissen, Steve McAdam, Florian Haydn e.a.