This special issue of A+ magazine shows up-and-coming talent, 22 offices at the cutting edge that are designing both our spatial and societal context today.
Offices that are at a pivotal point in their development, a relaunch moment that demands professionalization, growth and capacity building, but without any loss of identity or quality.
Featuring projects by: ae-architecten, Aslı Çiçek, AHA Aurélie Hachez, B-ILD, BC architects, Carton123, Central, Bernard Dubois, FELT, Gijs Van Vaerenbergh, Goffart-Polomé, LDSRA, LRA, Murmuur, Laura Muyldermans, Nord, Ouest, Raamwerk, TRANS, Traumnovelle, VERS.A and vvv.
Op de vorige editie van de Architectuurbiënnale in Venetië wonnen de architecten Jan De Vylder, Inge Vinck en Jo Taillieu samen met Gideon Boie en Filip Dujardin voor hun project ‘Caritas’ de “Silver Lion for a promising young participant”. De uitreiking viel samen met de verjaardag van Jan De Vylder. Hij werd die dag 50.
Jong is een rekbaar begrip en als architect lijkt op het etiket ‘veelbelovend’ soms geen houdbaarheidsdatum te zitten. België telt ondertussen een mooi aantal architecten, veertigers en vijftigers zoals de bovengenoemde groep, die met hun oeuvre de toon aangeven binnen het internationaal architectuurdiscours. Deze gevestigde architecten hebben stabiele bureaus uitgebouwd met getalenteerde medewerkers, ze voeren opdrachten uit van grotere schaal en geven les aan gerenommeerde universiteiten. Zij hebben de stempel ‘jong’ niet meer nodig om de aandacht te trekken op hun werk.
Maar wie is dan het echte aanstormende talent? Wie zijn de twintigers en dertigers en wat maken ze? Waar is die nieuwe generatie die de fakkel overneemt?
Dankzij het pionierswerk van vorige generaties architecten en een gunstig architectuurbeleid beleeft België sinds de start van dit millennium een ongekende heropleving van de architectuurcultuur. Dit zorgt voor een vruchtbare omgeving waarin jong talent goed kan gedijen. Bij de samenstelling van deze uitgave merkten we binnen de redactie eens te meer hoe talrijk deze jonge bureaus zijn en hoe divers hun productie. Om een selectie te maken, trokken we enkel basislijnen uit. We gingen op zoek naar de zogenaamde ‘millennials’, de groep die geboren is in de jaren 1980 en 1990 en gevormd werd door hun studie en eerste werkervaring in het begin van deze eeuw. Architecten die hun bureau opstarten in de fragiele jaren net na de financiële crisis en in volle socio-economische omwentelingen waarin klimaat een steeds grotere rol speelt. Maar meer nog dan leeftijd primeerde voor ons een gemeenschappelijk referentiekader, een (ontwerp)attitude die niet zozeer tot uiting komt in de vorm of format van het gerealiseerde werk, maar in de inhoudelijk reactie op de hedendaagse uitdagingen. We probeerden ook de vinger te leggen op die buitengewoon interessante periode binnen de ontwikkeling van een architectenbureau waarin jonge architecten, na een reeks kleine, spannende en veelbelovende realisaties, plots veel grotere opdrachten krijgen. De periode waarin het erop aankomt de frisse energie van de eerste ontwerpen niet te laten verdrukken door een (te snelle) schaalvergroting. De periode waarin je tot de vaststelling komt dat je moet kunnen formuleren waarvoor je staat.
This special issue of A+ magazine shows up-and-coming talent, 22 offices at the cutting edge that are designing both our spatial and societal context today.
Offices that are at a pivotal point in their development, a relaunch moment that demands professionalization, growth and capacity building, but without any loss of identity or quality.
Featuring projects by: ae-architecten, Aslı Çiçek, AHA Aurélie Hachez, B-ILD, BC architects, Carton123, Central, Bernard Dubois, FELT, Gijs Van Vaerenbergh, Goffart-Polomé, LDSRA, LRA, Murmuur, Laura Muyldermans, Nord, Ouest, Raamwerk, TRANS, Traumnovelle, VERS.A and vvv.
Op de vorige editie van de Architectuurbiënnale in Venetië wonnen de architecten Jan De Vylder, Inge Vinck en Jo Taillieu samen met Gideon Boie en Filip Dujardin voor hun project ‘Caritas’ de “Silver Lion for a promising young participant”. De uitreiking viel samen met de verjaardag van Jan De Vylder. Hij werd die dag 50.
Jong is een rekbaar begrip en als architect lijkt op het etiket ‘veelbelovend’ soms geen houdbaarheidsdatum te zitten. België telt ondertussen een mooi aantal architecten, veertigers en vijftigers zoals de bovengenoemde groep, die met hun oeuvre de toon aangeven binnen het internationaal architectuurdiscours. Deze gevestigde architecten hebben stabiele bureaus uitgebouwd met getalenteerde medewerkers, ze voeren opdrachten uit van grotere schaal en geven les aan gerenommeerde universiteiten. Zij hebben de stempel ‘jong’ niet meer nodig om de aandacht te trekken op hun werk.
Maar wie is dan het echte aanstormende talent? Wie zijn de twintigers en dertigers en wat maken ze? Waar is die nieuwe generatie die de fakkel overneemt?
Dankzij het pionierswerk van vorige generaties architecten en een gunstig architectuurbeleid beleeft België sinds de start van dit millennium een ongekende heropleving van de architectuurcultuur. Dit zorgt voor een vruchtbare omgeving waarin jong talent goed kan gedijen. Bij de samenstelling van deze uitgave merkten we binnen de redactie eens te meer hoe talrijk deze jonge bureaus zijn en hoe divers hun productie. Om een selectie te maken, trokken we enkel basislijnen uit. We gingen op zoek naar de zogenaamde ‘millennials’, de groep die geboren is in de jaren 1980 en 1990 en gevormd werd door hun studie en eerste werkervaring in het begin van deze eeuw. Architecten die hun bureau opstarten in de fragiele jaren net na de financiële crisis en in volle socio-economische omwentelingen waarin klimaat een steeds grotere rol speelt. Maar meer nog dan leeftijd primeerde voor ons een gemeenschappelijk referentiekader, een (ontwerp)attitude die niet zozeer tot uiting komt in de vorm of format van het gerealiseerde werk, maar in de inhoudelijk reactie op de hedendaagse uitdagingen. We probeerden ook de vinger te leggen op die buitengewoon interessante periode binnen de ontwikkeling van een architectenbureau waarin jonge architecten, na een reeks kleine, spannende en veelbelovende realisaties, plots veel grotere opdrachten krijgen. De periode waarin het erop aankomt de frisse energie van de eerste ontwerpen niet te laten verdrukken door een (te snelle) schaalvergroting. De periode waarin je tot de vaststelling komt dat je moet kunnen formuleren waarvoor je staat.