De loopbaan van A.C. Nicolaï (1914-2001) bestrijkt de periode van het einde van de jaren dertig tot de jaren tachtig, een periode die gekenmerkt wordt door een grote dynamiek in architectuuropvattingen. Nicolaï’s werk is echter bijzonder consistent. In zo’n 40 jaar werkte hij aan een enorm oeuvre bestaande uit woningen, scholen, kantoren en kerken. Ook ontwikkelde hij complete woonwijken. Nicolaï’s naam is onverbrekelijk met Emmen verbonden. Vanaf de vroege jaren vijftig werkte hij in deze Drentse groeikern met een ambitieus programma van stadsuitbreidingen. Hij ontwierp er de woonwijk Nijkampen, maar werd vooral bekend om zijn bijdragen aan de Emmerhout, een verkeersluwe woonwijk met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van de woonopgeving, waarvan hij het centrum realiseerde. De Architectengroep Emmerhout, waarvan Nicolaï deel uitmaakte, maakte hiermee zoveel furore dat men ook opdrachten van elders kreeg.
Een belangrijk deel van Nicolaï’s carrière valt samen met de Wederopbouw; hij moest werken met lage budgetten en met een gebrek aan materiaal. Zijn werk kenmerkte zich in die periode door een eenvoudige maar subtiele architectuur en veel aandacht voor wooncomfort. Al bij zijn woningen voor de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) is te zien hoe hij met plaatsing en detaillering van kozijnen, luifels, balkons en dergelijke zijn ontwerpen een opvallend gezicht wist te geven. In stedenbouwkundig opzicht wist hij complexen van verschillende hoogte zo te variëren en te rangschikken dat een afwisselend straatbeeld ontstond. Beïnvloed door zijn leermeester P. Zanstra, J.H.L. Giesen en K.L. Sijmons zette Nicolaï na de oorlog de opvattingen voort van Groep í32. Deze architecten hadden in de jaren dertig kritiek op de al te dogmatische opvattingen van de Nieuwe Bouwers, die van mening waren dat schoonheid min of meer automatisch uit de doelmatigheid voort zou komen. De leden van Groep 32 keerden zich tegen dit dogmatische functionalisme. Zij wilden de vormgeving in het ontwerp weer een grotere rol laten spelen. Naast zijn studie nam Nicolaï tijdens de oorlogsjaren deel aan de Doornse Leergangen, waar gedurende de discussiebijeenkomsten werd gepoogd een brug te slaan tussen de Nieuwe Bouwers en de traditionalisten. Zo raakte hij bekend met hun uitgangspunten. Dit alles vormde de basis voor een eigen stijl, waarvoor hij al vroeg waardering kreeg: in 1946 won hij de Prix de Rome.
De loopbaan van A.C. Nicolaï (1914-2001) bestrijkt de periode van het einde van de jaren dertig tot de jaren tachtig, een periode die gekenmerkt wordt door een grote dynamiek in architectuuropvattingen. Nicolaï’s werk is echter bijzonder consistent. In zo’n 40 jaar werkte hij aan een enorm oeuvre bestaande uit woningen, scholen, kantoren en kerken. Ook ontwikkelde hij complete woonwijken. Nicolaï’s naam is onverbrekelijk met Emmen verbonden. Vanaf de vroege jaren vijftig werkte hij in deze Drentse groeikern met een ambitieus programma van stadsuitbreidingen. Hij ontwierp er de woonwijk Nijkampen, maar werd vooral bekend om zijn bijdragen aan de Emmerhout, een verkeersluwe woonwijk met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van de woonopgeving, waarvan hij het centrum realiseerde. De Architectengroep Emmerhout, waarvan Nicolaï deel uitmaakte, maakte hiermee zoveel furore dat men ook opdrachten van elders kreeg.
Een belangrijk deel van Nicolaï’s carrière valt samen met de Wederopbouw; hij moest werken met lage budgetten en met een gebrek aan materiaal. Zijn werk kenmerkte zich in die periode door een eenvoudige maar subtiele architectuur en veel aandacht voor wooncomfort. Al bij zijn woningen voor de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) is te zien hoe hij met plaatsing en detaillering van kozijnen, luifels, balkons en dergelijke zijn ontwerpen een opvallend gezicht wist te geven. In stedenbouwkundig opzicht wist hij complexen van verschillende hoogte zo te variëren en te rangschikken dat een afwisselend straatbeeld ontstond. Beïnvloed door zijn leermeester P. Zanstra, J.H.L. Giesen en K.L. Sijmons zette Nicolaï na de oorlog de opvattingen voort van Groep í32. Deze architecten hadden in de jaren dertig kritiek op de al te dogmatische opvattingen van de Nieuwe Bouwers, die van mening waren dat schoonheid min of meer automatisch uit de doelmatigheid voort zou komen. De leden van Groep 32 keerden zich tegen dit dogmatische functionalisme. Zij wilden de vormgeving in het ontwerp weer een grotere rol laten spelen. Naast zijn studie nam Nicolaï tijdens de oorlogsjaren deel aan de Doornse Leergangen, waar gedurende de discussiebijeenkomsten werd gepoogd een brug te slaan tussen de Nieuwe Bouwers en de traditionalisten. Zo raakte hij bekend met hun uitgangspunten. Dit alles vormde de basis voor een eigen stijl, waarvoor hij al vroeg waardering kreeg: in 1946 won hij de Prix de Rome.