In het jaarboek 2005-2006 wordt een overzicht gegeven van het onderwijs aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Het maakt inzichtelijk hoe theorie en vaardigheden binnen het vakgebied worden overgedragen en hoe een nieuwe generatie architecten, stedenbouwers en landschapsarchitecten zich een ontwerphouding eigen maakt en haar plaats bepaalt ten opzichte van actuele ontwerpopgaven. Dit wordt geïllustreerd met vele studentenprojecten. Om het onderwijsprogramma vorm te geven haalt de Academie belangrijke ontwerpers en onderzoekers in huis en worden openbare tentoonstellingen, lezingen en discussies georganiseerd.
In het jaarboek 2005-2006 wordt een overzicht gegeven van het onderwijs aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Het maakt inzichtelijk hoe theorie en vaardigheden binnen het vakgebied worden overgedragen en hoe een nieuwe generatie architecten, stedenbouwers en landschapsarchitecten zich een ontwerphouding eigen maakt en haar plaats bepaalt ten opzichte van actuele ontwerpopgaven. Dit wordt geïllustreerd met vele studentenprojecten. Om het onderwijsprogramma vorm te geven haalt de Academie belangrijke ontwerpers en onderzoekers in huis en worden openbare tentoonstellingen, lezingen en discussies georganiseerd.
In dit jaarboek leidt Rik Herngreen het semesterthema ‘Wijken voor Waterland’ in met een essay over de (goeddeels autonome) dynamiek in het landelijke tussengebied, geeft Aart Oxenaar een samenvatting van zijn dissertatie over P.J.H. Cuypers en het denken over de stad en beschrijft Paul Shepheard, artist in residence van dat jaar, ‘How to like everything’. Daarnaast zijn er bijdragen van o.a. Pieter Jannink, Olv Klijn en Robert Broesi.