Gerrit Rietveld (1888-1964) is misschien wel Nederlands bekendste architect. Zijn Schröderhuis uit 1924 in Utrecht is inmiddels wereldberoemd. Rietveld bouwde nog zo’n 100 andere huizen, waarover maar weinig bekend is. Fotograaf Arjan Bronkhorst (1972), die met zijn bestseller Grachtenhuizen (2013) zijn vakmanschap als fotograaf liet zien, ging op zoek naar onbekende Rietveldhuizen. Hij fotografeerde hun interieurs en bewoners en reisde er o.a. voor naar de Verenigde Staten.
De huizen van Rietveld kenmerken zich door licht en ruimte. Bij het ontwerpen was soberheid een van Rietvelds uitgangspunten. Het was slechts een beperkte groep van intellectuele klanten die de ‘weelde van de eenvoud’ aankon en bij Rietveld een avant-gardistisch huis bestelde. Auteurs Willemijn Zwikstra en Marc van den Eerenbeemt doken in de archieven en vroegen de bewoners hoe het is om in een Rietveldhuis te wonen.
Rietveld-deskundige Ida van Zijl schrijft in haar inleiding: ‘het is hoog tijd voor een nieuw boek dat de bewoner centraal stelt, helemaal in de lijn van Rietveld die vond dat een huis slechts een achtergrond voor het leven is.’
Gerrit Rietveld (1888-1964) is misschien wel Nederlands bekendste architect. Zijn Schröderhuis uit 1924 in Utrecht is inmiddels wereldberoemd. Rietveld bouwde nog zo’n 100 andere huizen, waarover maar weinig bekend is. Fotograaf Arjan Bronkhorst (1972), die met zijn bestseller Grachtenhuizen (2013) zijn vakmanschap als fotograaf liet zien, ging op zoek naar onbekende Rietveldhuizen. Hij fotografeerde hun interieurs en bewoners en reisde er o.a. voor naar de Verenigde Staten.
De huizen van Rietveld kenmerken zich door licht en ruimte. Bij het ontwerpen was soberheid een van Rietvelds uitgangspunten. Het was slechts een beperkte groep van intellectuele klanten die de ‘weelde van de eenvoud’ aankon en bij Rietveld een avant-gardistisch huis bestelde. Auteurs Willemijn Zwikstra en Marc van den Eerenbeemt doken in de archieven en vroegen de bewoners hoe het is om in een Rietveldhuis te wonen.
Rietveld-deskundige Ida van Zijl schrijft in haar inleiding: ‘het is hoog tijd voor een nieuw boek dat de bewoner centraal stelt, helemaal in de lijn van Rietveld die vond dat een huis slechts een achtergrond voor het leven is.’