Het boek Irenestraten is een pleidooi voor een zorgvuldige omgang met het alledaagse erfgoed van de wederopbouw.
In de periode kort na de oorlog moest worden voldaan aan een enorme vraag naar nieuwe en betaalbare woningen. In sneltreinvaart werden ze gebouwd: de rijtjeswoningen, de twee-onder-een-kappers en de portiekflats. Overwegend eenvoudig, soms smaakvol, allemaal naar de middelen en de geest van de tijd. Ze vonden een plek in straten en lanen die vaak de naam kregen van één van de prinsesjes. Sociaalgeograaf Leo van den Berg bezocht alle 392 Irenestraten die Nederland telt, legde de hedendaagse kwaliteiten vast in simpele maar veelzeggende foto’s en noteerde het wat, waar en hoe.
Nog steeds vormen ze een vertrouwd beeld in Nederlandse woonwijken. Maar de huidige tijd vraagt ook om aanpassingen en maar al te vaak wordt gekozen voor sloop en nieuwbouw. Wordt die keuze niet te makkelijk gemaakt, vraagt Van den Berg zich af? Gaan we wel zorgvuldig genoeg om met dit alledaagse erfgoed van de wederopbouw? Zijn beeldverhaal is aangevuld met portretten van bewoners en met intermezzo’s over thema’s als sociale woningbouw, de kunst in de openbare ruimte, de kerkarchitectuur en het groen. In een uitvoerige inleiding schetst architecte Madeleine Steigenga de geschiedenis van de naoorlogse volkshuisvesting en zijn architectuur.
Het boek Irenestraten is een pleidooi voor een zorgvuldige omgang met het alledaagse erfgoed van de wederopbouw.
In de periode kort na de oorlog moest worden voldaan aan een enorme vraag naar nieuwe en betaalbare woningen. In sneltreinvaart werden ze gebouwd: de rijtjeswoningen, de twee-onder-een-kappers en de portiekflats. Overwegend eenvoudig, soms smaakvol, allemaal naar de middelen en de geest van de tijd. Ze vonden een plek in straten en lanen die vaak de naam kregen van één van de prinsesjes. Sociaalgeograaf Leo van den Berg bezocht alle 392 Irenestraten die Nederland telt, legde de hedendaagse kwaliteiten vast in simpele maar veelzeggende foto’s en noteerde het wat, waar en hoe.
Nog steeds vormen ze een vertrouwd beeld in Nederlandse woonwijken. Maar de huidige tijd vraagt ook om aanpassingen en maar al te vaak wordt gekozen voor sloop en nieuwbouw. Wordt die keuze niet te makkelijk gemaakt, vraagt Van den Berg zich af? Gaan we wel zorgvuldig genoeg om met dit alledaagse erfgoed van de wederopbouw? Zijn beeldverhaal is aangevuld met portretten van bewoners en met intermezzo’s over thema’s als sociale woningbouw, de kunst in de openbare ruimte, de kerkarchitectuur en het groen. In een uitvoerige inleiding schetst architecte Madeleine Steigenga de geschiedenis van de naoorlogse volkshuisvesting en zijn architectuur.