Philipp Fürhofer combineert in zijn multidisciplinaire artistieke praktijk schilderkunst, beeldhouwkunst, installatie en decorontwerp. Hij werkt met moderne materialen en plaatst deze naast historische elementen.
Na zijn afstuderen aan de Universität der Künste Berlin bracht Fürhofer maandenlang in het ziekenhuis door met hartklachten en onderging hij een gedeeltelijke transplantatie. Geïnspireerd door de transparantie van de röntgenfoto’s van zijn eigen borstkas maakt hij een aantal acrylaatdozen gevuld met gestructureerde objecten die hij zodoende een nieuwe vorm en een nieuwe werkelijkheid geeft. Hij wisselt de verschillende lagen van het werk af met spionspiegelfolie en gebruikt gloeilampen en LED-buizen die aan en uit springen om verschillende beelden te creëren. Door de transparante oppervlakken te beschilderen, transformeert hij deze mysterieuze en dromerige werelden tot een oneindig aantal motieven, van torso’s tot landschappen en van ribbenkasten tot bossen, waarin mens en natuur naadloos in elkaar overgaan. Sinds 2008 heeft hij aaneengesloten als decor- en kostuumontwerper voor de meest prestigieuze operahuizen gewerkt, van Amsterdam tot Helsinki, de Royal Opera House in Londen en Kopenhagen.
Met een essay van de Britse kunsthistoricus Sir Norman Rosenthal en teksten van kunstcriticus Denise Wendel-Poray en kunsthistoricus Emily Ansenk
Philipp Fürhofer combineert in zijn multidisciplinaire artistieke praktijk schilderkunst, beeldhouwkunst, installatie en decorontwerp. Hij werkt met moderne materialen en plaatst deze naast historische elementen.
Na zijn afstuderen aan de Universität der Künste Berlin bracht Fürhofer maandenlang in het ziekenhuis door met hartklachten en onderging hij een gedeeltelijke transplantatie. Geïnspireerd door de transparantie van de röntgenfoto’s van zijn eigen borstkas maakt hij een aantal acrylaatdozen gevuld met gestructureerde objecten die hij zodoende een nieuwe vorm en een nieuwe werkelijkheid geeft. Hij wisselt de verschillende lagen van het werk af met spionspiegelfolie en gebruikt gloeilampen en LED-buizen die aan en uit springen om verschillende beelden te creëren. Door de transparante oppervlakken te beschilderen, transformeert hij deze mysterieuze en dromerige werelden tot een oneindig aantal motieven, van torso’s tot landschappen en van ribbenkasten tot bossen, waarin mens en natuur naadloos in elkaar overgaan. Sinds 2008 heeft hij aaneengesloten als decor- en kostuumontwerper voor de meest prestigieuze operahuizen gewerkt, van Amsterdam tot Helsinki, de Royal Opera House in Londen en Kopenhagen.
Met een essay van de Britse kunsthistoricus Sir Norman Rosenthal en teksten van kunstcriticus Denise Wendel-Poray en kunsthistoricus Emily Ansenk