In de nabijheid van de haven van Calais bevindt zich een terrein van een paar honderd vierkante meter dat bekend staat als de 'jungle'. De bewoners van dit terrein (bij gebrek aan beter noemen we ze vluchtelingen, asielzoekers, illegalen, immigranten) hebben vele kilometers afgelegd om hier te komen en nog is hun reis niet ten einde.
Calais is het vertrekpunt voor de laatste en meest gewilde oversteek. Duizenden zijn ervoor uit Irak, Afghanistan, Pakistan, Eritrea, Somalië, Soedan of Nigeria gekomen, op zoek naar een beter bestaan in England, de bestemming van hun dromen. Niet dat ze daar welkom zijn, als illegale immigranten worden ze door een omvangrijk stelsel van wetgeving geweerd en buitengesloten.
Voor de periode waarin ze wachten op de kans om de grote oversteek te maken bouwen ze provisorische beschutting: tentachtige bouwsels van afvalmaterialen uit de onmiddelijke omgeving van het kamp. De culturele bepaaldheid van het land van herkomst is er - in het beste geval - ternauwernood in te herkennen.
De wijze waarop deze primaire levensbehoefte vorm krijgt in shelters is het 'leitmotiv' in het documentaire fotografieproject dat Henk Wildschut eind 2005 opstartte en waarvoor hij veelvuldig afreisde naar Calais, het zuiden van Spanje, Duinkerken, Malta, Patras en Rome. Voor Wildschut werd de aanblik van de shelter - waar dan ook in Europa - het zinnebeeld van de misère.
In de nabijheid van de haven van Calais bevindt zich een terrein van een paar honderd vierkante meter dat bekend staat als de 'jungle'. De bewoners van dit terrein (bij gebrek aan beter noemen we ze vluchtelingen, asielzoekers, illegalen, immigranten) hebben vele kilometers afgelegd om hier te komen en nog is hun reis niet ten einde.
Calais is het vertrekpunt voor de laatste en meest gewilde oversteek. Duizenden zijn ervoor uit Irak, Afghanistan, Pakistan, Eritrea, Somalië, Soedan of Nigeria gekomen, op zoek naar een beter bestaan in England, de bestemming van hun dromen. Niet dat ze daar welkom zijn, als illegale immigranten worden ze door een omvangrijk stelsel van wetgeving geweerd en buitengesloten.
Voor de periode waarin ze wachten op de kans om de grote oversteek te maken bouwen ze provisorische beschutting: tentachtige bouwsels van afvalmaterialen uit de onmiddelijke omgeving van het kamp. De culturele bepaaldheid van het land van herkomst is er - in het beste geval - ternauwernood in te herkennen.
De wijze waarop deze primaire levensbehoefte vorm krijgt in shelters is het 'leitmotiv' in het documentaire fotografieproject dat Henk Wildschut eind 2005 opstartte en waarvoor hij veelvuldig afreisde naar Calais, het zuiden van Spanje, Duinkerken, Malta, Patras en Rome. Voor Wildschut werd de aanblik van de shelter - waar dan ook in Europa - het zinnebeeld van de misère.
Hoewel de shelters weinig tot niets prijsgeven van het welbevinden van de bewoners staan ze toch model voor het grotere, achterliggende verhaal - vol geweld, angst, verlangen, moed, onrust en verdriet. In documentair opzicht kunnen de shelters zich echter niet anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Deze indirecte verbeelding komt voort uit de morele vertwijfeling van de fotograaf: hoe een humanitair probleem te verbeelden zonder in beeldclichés te vervallen?
De indirecte zeggingskracht van de foto's in Shelter biedt de ontvankelijke kijker aanknopingspunten om zich betrokken te voelen én een betekenisvol alternatief voor de platgetreden paden in de fotografie.