Sinds enige jaren is er een internationaal discours gaande rond het begrip ‘precariteit’ of ‘precairheid’, aangezwengeld door Europese sociale bewegingen en filosofen als Paolo Virno. Precariteit verwijst naar de relatie tussen tijdelijke en flexibele arbeidsarrangementen en een bestaan zonder voorspelbaarheid en zekerheid, dat de levenscondities van steeds grotere groepen in de samenleving bepaalt.
/ Ook uitgegeven in het Nederlands
Sinds enige jaren is er een internationaal discours gaande rond het begrip ‘precariteit’ of ‘precairheid’, aangezwengeld door Europese sociale bewegingen en filosofen als Paolo Virno. Precariteit verwijst naar de relatie tussen tijdelijke en flexibele arbeidsarrangementen en een bestaan zonder voorspelbaarheid en zekerheid, dat de levenscondities van steeds grotere groepen in de samenleving bepaalt.
Precariteit doet zich op vele plekken van de samenleving tegelijk voor, als gevolg van de neoliberale, Postfordistische economie, waarin de nadruk ligt op de immateriële productie van informatie en diensten en een continue flexibiliteit. Hetzelfde geldt voor de creatieve sector: flexibele productie en outsourcing van werk, kenmerkende aspecten van de diensteneconomie, zijn ook te vinden in kunst-, cultuur- en communicatiebedrijven.
In dit nummer van Open wordt ingegaan op precairheid in een culturele en sociale context, onder meer door in te gaan op het functioneren van de kunstscene, en op de condities van de precaire stad en publieke ruimte.
/ Ook uitgegeven in het Nederlands