‘Moessorgski op de stroom van de tijd’ is een afspiegeling van een denkbeeldige reis, die Brita Bakema aflegde om Moessorgski te ontmoeten. Het is de Russische componist die, in 1874, de wereldberoemd geworden pianosuite schreef, die hij de ‘Schilderijententoonstelling’ noemde.
Het waren haar herinneringen aan een onvoltooide, lang geleden, door haar vervaardigde serie illustraties bij dit muziekstuk, die haar aanspoorden om terug in de tijd te gaan. Dat was de weg die zij moest afleggen om te herkennen wat haar als jong meisje in deze muziek gefascineerd had waardoor zij, later, aan die illustraties begonnen was.
Het was een lange weg, die allereerst uitnodigde om op haar eigen leven te reflecteren. Vervolgens verdiepte zij zich in Moessorgski’s persoonlijkheid, waarin zij, behalve veel passie, de sociaal-economische en culturele tegenstellingen waarnam, die Rusland in zijn tijd beheersten. In 1917, zesendertig jaar na Moessorgski’s dood, zouden die in de revolutie stranden, die voor velen die in het liberaal humanisme geloofden, de ondergang zou worden. Aan de hand van persoonlijke ervaringen, indrukken en feiten, beschrijft Brita Bakema drie cultuurhistorische tijdsbeelden. Die krijgen gestalte in een onderlinge samenhang van woord, klank en beeld. Brita Bakema’s boek is een ode aan de kunsten en de zingeving van het leven die hierin aanwezig is.
‘Moessorgski op de stroom van de tijd’ is een afspiegeling van een denkbeeldige reis, die Brita Bakema aflegde om Moessorgski te ontmoeten. Het is de Russische componist die, in 1874, de wereldberoemd geworden pianosuite schreef, die hij de ‘Schilderijententoonstelling’ noemde.
Het waren haar herinneringen aan een onvoltooide, lang geleden, door haar vervaardigde serie illustraties bij dit muziekstuk, die haar aanspoorden om terug in de tijd te gaan. Dat was de weg die zij moest afleggen om te herkennen wat haar als jong meisje in deze muziek gefascineerd had waardoor zij, later, aan die illustraties begonnen was.
Het was een lange weg, die allereerst uitnodigde om op haar eigen leven te reflecteren. Vervolgens verdiepte zij zich in Moessorgski’s persoonlijkheid, waarin zij, behalve veel passie, de sociaal-economische en culturele tegenstellingen waarnam, die Rusland in zijn tijd beheersten. In 1917, zesendertig jaar na Moessorgski’s dood, zouden die in de revolutie stranden, die voor velen die in het liberaal humanisme geloofden, de ondergang zou worden. Aan de hand van persoonlijke ervaringen, indrukken en feiten, beschrijft Brita Bakema drie cultuurhistorische tijdsbeelden. Die krijgen gestalte in een onderlinge samenhang van woord, klank en beeld. Brita Bakema’s boek is een ode aan de kunsten en de zingeving van het leven die hierin aanwezig is.