Boekman 93. Creatieve industrie bevat artikelen van: Cas Smithuijsen, Jack van der Leden, José Teunissen, Amanda Brandellero, Leentje Volker, Michaël Deinema, Paul Rutten, Niels ’t Hooft, Sandra Jongenelen, Karin van der Heiden, Marco de Niet, Christian Handke , Robert Kloosterman
‘Het groeiend economisch belang van de creatieve industrie en het belang van cultuur voor innovatie, economische groei en stedelijke dynamiek, markeren beide het einde van de lang gekoesterde tegenstelling tussen cultuur en economie. Cultuur is geen hobby of luxe in tijden van voorspoed, maar een integraal en essentieel onderdeel van de hedendaagse economie. Veronachtzaming van deelsectoren en bedrijfstakken als bijvoorbeeld de kunstensector is behalve spijtig ook onterecht, zeker met het oog op de bijdrage die de kunsten leveren aan het culturele klimaat van creatieve steden. Voorts is de kunstensector te zien als een fabriek voor talent dat zijn creativiteit ook ten dienste van de economie stelt. Kunstenaars bewandelen vaak een meervoudig carrièrepad waarin zij autonome kunstuitoefening combineren met een andere creatieve professie. Ook wordt de kunstenwereld vaak verruild voor een ander domein waarin de creatieve competenties worden benut en zorgen voor innovatieve impulsen. De grenzen tussen de kunstenwereld en andere domeinen zijn in toenemende mate poreus. Dat is in lijn met de vervaging van de grenzen tussen economie en cultuur.’
(Paul Rutten)
‘Het groeiend economisch belang van de creatieve industrie en het belang van cultuur voor innovatie, economische groei en stedelijke dynamiek, markeren beide het einde van de lang gekoesterde tegenstelling tussen cultuur en economie. Cultuur is geen hobby of luxe in tijden van voorspoed, maar een integraal en essentieel onderdeel van de hedendaagse economie. Veronachtzaming van deelsectoren en bedrijfstakken als bijvoorbeeld de kunstensector is behalve spijtig ook onterecht, zeker met het oog op de bijdrage die de kunsten leveren aan het culturele klimaat van creatieve steden. Voorts is de kunstensector te zien als een fabriek voor talent dat zijn creativiteit ook ten dienste van de economie stelt. Kunstenaars bewandelen vaak een meervoudig carrièrepad waarin zij autonome kunstuitoefening combineren met een andere creatieve professie. Ook wordt de kunstenwereld vaak verruild voor een ander domein waarin de creatieve competenties worden benut en zorgen voor innovatieve impulsen. De grenzen tussen de kunstenwereld en andere domeinen zijn in toenemende mate poreus. Dat is in lijn met de vervaging van de grenzen tussen economie en cultuur.’
(Paul Rutten)
Boekman 93. Creatieve industrie bevat de volgende artikelen:
Creatief Nederland in 2020 aan de top! Interview met Valerie Frissen over de bijdrage van de creatieve industrie aan economie en samenleving.
Cas Smithuijsen, Jack van der Leden
Vernieuwende mode. Technologie en de behoefte aan duurzamer mode veranderen het modevak drastisch.
José Teunissen
Diversity in the cultural industries. Hoe vernieuwing in de culturele industrie te onderzoeken, met wereldmuziek als voorbeeld.
Amanda Brandellero
De klik, het vertrouwen en liefde op het eerste gezicht. Waarom het voor een publieke partij zo moeilijk is om een architect te selecteren.
Leentje Volker
Succesfactoren voor een creatieve stad. Het effect van historisch gevormde specialisaties in de vier grote steden.
Michaël Deinema
De belofte van het creatieve dividend. Creativiteit is essentieel bij de transformatie van kennis en ideeën naar innovaties.
Paul Rutten
Nederlandse game-industrie. Waarom games misschien wel het summum van de creatieve sector zijn
Niels ’t Hooft
Een systeemrevolutie ontketenen. Hoe politiek, bedrijfsleven en wetenschap elkaar vinden in CLICK//Smart Design Solutions.
Sandra Jongenelen
Design en vormgeving in het digitaal archief. Over het online beschikbaar stellen van designcollecties en vormgevingsarchieven.
Karin van der Heiden, Marco de Niet
Copyright and innovation. Auteursrecht als middel om innovatie in de creatieve industrie te stimuleren.
Christian Handke
Over de top. Omslag in het denken over wat de overheid vermag & de wedergeboorte van sectoraal beleid.
Robert Kloosterman