In de tweede helft van de vorige eeuw kwamen overal in Europa nieuwe steden tot ontwikkeling. Ook in Nederland, op het oude land en in de nieuwe polders. Voorbeelden zijn Zoetermeer, Lelystad, Nieuwegein, Spijkenisse, Almere en Houten. In vijftig jaar groeiden ze uit tot middelgrote steden. Vergeleken met de oude steden van die omvang komen ze pas net kijken. Ze vormen nog steeds een nieuw en vrijwel ongekend fenomeen. Zijn het eigenlijk wel steden? Of een verzameling buurten en dorpen? Zijn ze stedelijk of eigenlijk meer suburbaan? Of allebei? Met wat voor problemen gaat de groei gepaard? En hoe ga je daarmee om? Wat willen ze worden? En wie wil dat, de inwoners, de gemeente, ontwikkelaars? Voor de nieuwe steden bestond wel een plan, maar een gebruiksaanwijzing ontbrak. Dit essay is een poging om daarin te voorzien.
Door het verdiepen en samenbrengen van sociale en ruimtelijke ontwikkelingen is deze gebruiksaanwijzing niet alleen relevant voor de bestuurders en bewoners van de Nieuwe Stad, maar voor iedereen die zich bezighoudt met vormgeven aan het stedelijk leven, vanuit elk denkbaar perspectief.
In de tweede helft van de vorige eeuw kwamen overal in Europa nieuwe steden tot ontwikkeling. Ook in Nederland, op het oude land en in de nieuwe polders. Voorbeelden zijn Zoetermeer, Lelystad, Nieuwegein, Spijkenisse, Almere en Houten. In vijftig jaar groeiden ze uit tot middelgrote steden. Vergeleken met de oude steden van die omvang komen ze pas net kijken. Ze vormen nog steeds een nieuw en vrijwel ongekend fenomeen. Zijn het eigenlijk wel steden? Of een verzameling buurten en dorpen? Zijn ze stedelijk of eigenlijk meer suburbaan? Of allebei? Met wat voor problemen gaat de groei gepaard? En hoe ga je daarmee om? Wat willen ze worden? En wie wil dat, de inwoners, de gemeente, ontwikkelaars? Voor de nieuwe steden bestond wel een plan, maar een gebruiksaanwijzing ontbrak. Dit essay is een poging om daarin te voorzien.
Door het verdiepen en samenbrengen van sociale en ruimtelijke ontwikkelingen is deze gebruiksaanwijzing niet alleen relevant voor de bestuurders en bewoners van de Nieuwe Stad, maar voor iedereen die zich bezighoudt met vormgeven aan het stedelijk leven, vanuit elk denkbaar perspectief.