In het boek 'V = Vorm. Nederlandse vormgeving 1940-1945' richt kunsthistoricus Yvonne Brentjens voor het eerst de aandacht op de samenhang tussen de nationaal-socialistische cultuurpolitiek en de activiteiten van Nederlandse ontwerpers in de bezettingsjaren.
Daarbij komen vragen aan de orde als: Hoe werd ‘de smaak van Hitler’ in de bezette samenleving geïmplanteerd? Bestond er wel zoiets als nazidesign? Wat betekenden Duitse efficiencymaatregelen voor de industriële ontwerppraktijk? Welke oplossingen werden gevonden voor schaarste aan materialen, middelen en bewegingsvrijheid?
Tegen de achtergrond van de nieuwe sociaal-politieke werkelijkheid wordt ingegaan op ontwerpen van onder meer Cris Agterberg, Andries Copier, Pyke Koch, Koen Limperg, Benno Premsela, Sybold van Ravesteyn, Gerrit Rietveld en Willem Sandberg, en producten van bedrijven als Van Besouw, Gispen, Pander en Philips.
In het boek 'V = Vorm. Nederlandse vormgeving 1940-1945' richt kunsthistoricus Yvonne Brentjens voor het eerst de aandacht op de samenhang tussen de nationaal-socialistische cultuurpolitiek en de activiteiten van Nederlandse ontwerpers in de bezettingsjaren.
Daarbij komen vragen aan de orde als: Hoe werd ‘de smaak van Hitler’ in de bezette samenleving geïmplanteerd? Bestond er wel zoiets als nazidesign? Wat betekenden Duitse efficiencymaatregelen voor de industriële ontwerppraktijk? Welke oplossingen werden gevonden voor schaarste aan materialen, middelen en bewegingsvrijheid?
Tegen de achtergrond van de nieuwe sociaal-politieke werkelijkheid wordt ingegaan op ontwerpen van onder meer Cris Agterberg, Andries Copier, Pyke Koch, Koen Limperg, Benno Premsela, Sybold van Ravesteyn, Gerrit Rietveld en Willem Sandberg, en producten van bedrijven als Van Besouw, Gispen, Pander en Philips.
V = Vorm laat zien dat de Tweede Wereldoorlog bepaald geen intermezzo was in de Nederlandse designgeschiedenis, die ten onrechte nog altijd uiteenvalt in voor- en naoorlogse vormgeving.
Yvonne Brentjens (1957) studeerde kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht. In 2004 promoveerde zij aan de Universiteit Leiden op het mediaevalisme in de Nederlandse vormgeving rond 1900. Als vaste medewerker van Het Financieele Dagblad schreef zij van 1985 tot 2005 in de zaterdagbijlage over kunstnijverheid en industriële vormgeving. In diezelfde periode leverde zij bijdragen voor tijdschriften als Items en Bijvoorbeeld. Voor het Gemeentemuseum Den Haag realiseerde zij tussen 2002 en 2011 monografieën en tentoonstellingen; over ontwerper G.W. Dijsselhof (2002), interieurarchitect K.P.C. de Bazel (2006), plateelbakkerij Rozenburg (2007), industrieel vormgever Piet Zwart (2008) en de klanten van H.P. Berlages woonwinkel ’t Binnenhuis (2011). In 2012 schreef zij De stoel van Friso Kramer, het vierde deel in de reeks Premsela Design Story.