Na het eerste deel van 'Visies op Vormgeving' documenteert dit tweede deel aan de hand van teksten waaronder brieven, verslagen, rapporten, interviews en artikelen uit tijdschriften, kranten en boeken, de Nederlandse ontwerpwereld uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Ontwerpers komen aan het woord, maar ook critici, opdrachtgevers en andere betrokkenen. In de oorlogsjaren smeden de ontwerpers plannen voor een nieuwe cultuur en voor een nieuwe vakvereniging. Vervolgens weten zij zich een positie te veroveren in het bedrijfsleven en in de grafische industrie.

Vanaf het einde van de jaren zestig ontstaat er discussie over de consumptiemaatschappij, reclame en de verantwoordelijkheid van de ontwerper. Ook de gebouwde omgeving en het rationalisme moeten het ontgelden en de grote ontwerpbureaus zoals Total Design, organisaties als Goed Wonen en het Instituut voor Industriële Vormgeving verlaten hun bevoogdende koers. Ontwerpers eisen hun eigen expressie op. Er is discussie over de relatie tussen kunst en vormgeving en de ambachtskunstenaars emanciperen tot 'vrije vormgevers'.

Droog Design trekt veel belangstelling in het buitenland en Dutch Design wordt een fenomeen. Visies op Vormgeving 2 biedt zicht op al deze ontwikkelingen in een reeks van thematisch gegroepeerde teksten. Van de betrokken personen zijn biografieën opgenomen en de belangrijkste organisaties en instellingen worden toegelicht.

Na het eerste deel van 'Visies op Vormgeving' documenteert dit tweede deel aan de hand van teksten waaronder brieven, verslagen, rapporten, interviews en artikelen uit tijdschriften, kranten en boeken, de Nederlandse ontwerpwereld uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Ontwerpers komen aan het woord, maar ook critici, opdrachtgevers en andere betrokkenen. In de oorlogsjaren smeden de ontwerpers plannen voor een nieuwe cultuur en voor een nieuwe vakvereniging. Vervolgens weten zij zich een positie te veroveren in het bedrijfsleven en in de grafische industrie.

Vanaf het einde van de jaren zestig ontstaat er discussie over de consumptiemaatschappij, reclame en de verantwoordelijkheid van de ontwerper. Ook de gebouwde omgeving en het rationalisme moeten het ontgelden en de grote ontwerpbureaus zoals Total Design, organisaties als Goed Wonen en het Instituut voor Industriële Vormgeving verlaten hun bevoogdende koers. Ontwerpers eisen hun eigen expressie op. Er is discussie over de relatie tussen kunst en vormgeving en de ambachtskunstenaars emanciperen tot 'vrije vormgevers'.

Droog Design trekt veel belangstelling in het buitenland en Dutch Design wordt een fenomeen. Visies op Vormgeving 2 biedt zicht op al deze ontwikkelingen in een reeks van thematisch gegroepeerde teksten. Van de betrokken personen zijn biografieën opgenomen en de belangrijkste organisaties en instellingen worden toegelicht.