Een unieke inkijk in de Amsterdamse stadspaleizen. De foto's van interieurs en bewoners worden begeleid door uitgebreide beschrijvingen. De monumentale bestseller van fotograaf Arjan Bronkhorst.
Het monumentale boek van fotograaf Arjan Bronkhorst dat in de eerste maand al een bestseller werd. Het succesvolle boek ging al bijna 10.000 keer over de toonbank en is in de vierde druk uitgekomen. Een unieke inkijk in de weelde van Amsterdamse stadspaleizen en hun bewoners!
Het boek - met de foto's van Arjan Bronkhorst - vertelt het verhaal van vier eeuwen wonen aan de Amsterdamse gracht. In meer dan 400 pagina's gaan de deuren van deze verborgen stadspaleizen open. Interieurs van ongekende rijkdom, en hedendaagse bewoners die zorgdragen voor de restauratie en het behoud van huizen die behoren tot de mooiste van Nederland.
Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam, schrijft in het Voorwoord van dit boek: Laat u verrassen met dit eerste boek in zijn soort en de prachtige foto's van Arjan Bronkhorst. Hij maakte het boek vanuit zijn oprechte passie voor grachtenhuizen. Met een ongeëvenaard resultaat: het eerste artistieke fotoboek geheel gewijd aan Amsterdamse grachtenhuizen. Zijn stijl is tijdloos en karaktervol en zijn beelden bijna verstild. Hij is als geen ander in staat geweest om het bijzondere gevoel weer te geven van het wonen aan de gracht tijdens de afgelopen vier eeuwen!
De fotograaf werkte bijna twee jaar aan de fotoserie. Het resultaat is uniek te noemen, omdat het gaat om zeer exclusieve interieurs en op privacy gerichte bewoners. Het heeft maanden geduurd voordat de fotograaf werd toegelaten in deze huizen. In het boek zijn de huizen opgenomen van o.a. Matthijs van Heijningen, Trudy Derksen, Elise Wessels, Sam Segal en Gisèle d'Ailly van Waterschoot van der Gracht.
De teksten zijn geschreven door Marc van den Eerenbeemt van de Volkskrant en Koos de Wilt (o.a. auteur van Rembrandt Inc.). Gabri van Tussenbroek, auteur van Amsterdam in 1597, schreef de Inleiding. Burgemeester Eberhard van der Laan schreef het Voorwoord.
Een unieke inkijk in de Amsterdamse stadspaleizen. De foto's van interieurs en bewoners worden begeleid door uitgebreide beschrijvingen. De monumentale bestseller van fotograaf Arjan Bronkhorst.
Het monumentale boek van fotograaf Arjan Bronkhorst dat in de eerste maand al een bestseller werd. Het succesvolle boek ging al bijna 10.000 keer over de toonbank en is in de vierde druk uitgekomen. Een unieke inkijk in de weelde van Amsterdamse stadspaleizen en hun bewoners!
Het boek - met de foto's van Arjan Bronkhorst - vertelt het verhaal van vier eeuwen wonen aan de Amsterdamse gracht. In meer dan 400 pagina's gaan de deuren van deze verborgen stadspaleizen open. Interieurs van ongekende rijkdom, en hedendaagse bewoners die zorgdragen voor de restauratie en het behoud van huizen die behoren tot de mooiste van Nederland.
Eberhard van der Laan, burgemeester van Amsterdam, schrijft in het Voorwoord van dit boek: Laat u verrassen met dit eerste boek in zijn soort en de prachtige foto's van Arjan Bronkhorst. Hij maakte het boek vanuit zijn oprechte passie voor grachtenhuizen. Met een ongeëvenaard resultaat: het eerste artistieke fotoboek geheel gewijd aan Amsterdamse grachtenhuizen. Zijn stijl is tijdloos en karaktervol en zijn beelden bijna verstild. Hij is als geen ander in staat geweest om het bijzondere gevoel weer te geven van het wonen aan de gracht tijdens de afgelopen vier eeuwen!
De fotograaf werkte bijna twee jaar aan de fotoserie. Het resultaat is uniek te noemen, omdat het gaat om zeer exclusieve interieurs en op privacy gerichte bewoners. Het heeft maanden geduurd voordat de fotograaf werd toegelaten in deze huizen. In het boek zijn de huizen opgenomen van o.a. Matthijs van Heijningen, Trudy Derksen, Elise Wessels, Sam Segal en Gisèle d'Ailly van Waterschoot van der Gracht.
De teksten zijn geschreven door Marc van den Eerenbeemt van de Volkskrant en Koos de Wilt (o.a. auteur van Rembrandt Inc.). Gabri van Tussenbroek, auteur van Amsterdam in 1597, schreef de Inleiding. Burgemeester Eberhard van der Laan schreef het Voorwoord.
