Dit nummer van OASE verkent het werk van zowel historische als hedendaagse architecten. De mooiste architectonische tekeningen van de afgelopen vijf eeuwen worden besproken om inzichtelijk te maken welke rol zij in de ontwerppraktijk hebben gespeeld. Met tekeningen van George Aitchison, Heinrich Tessenow, El Lissitzky, Lina Bo Bardi, Frank Gehry en Tony Fretton.
Het belang van het tekenen voor de architectuurpraktijk is moeilijk te overschatten. Architecten maken al sinds de oudheid gebruik van tekeningen om hun denkbeelden te conceptualiseren, arbeiders instructies te geven en architectonische ideeën vorm te geven. Deze band met het tekenen kwam altijd tot stand door verschillende technieken: tekenen is techniek, maar de tekenpraktijk zelf is in de loop der tijd veranderd, dit in samenhang met technologische veranderingen. Gaandeweg is zo ook de productie van de architectuur veranderd.
Deze OASE vat de totstandkoming van de architectonische tekening op als een dynamisch proces dat het architectonische denken vormgeeft. Om inzicht te verschaffen in de relatie tussen tekengereedschappen en -technieken en de daaruit voortvloeiende architectonische productie en constructie laat OASE 105 zich inspireren door een aantal gevalsanalyses. Deze lopen uiteen van profielen uit de vroege oudheid tot experimenten met tekentechnieken op middeleeuwse bouwplaatsen, de automatisering van het orthografisch tekenen in de vroege Renaissance en meer specifieke voorbeelden zoals de vooraanzichten van George Aitchison, de tekenlessen van John Ruskin, de perspectieven van Heinrich Tessenow, de axonometrische tekeningen van El Lissitzky, de surrealistische taferelen van Lina Bo Bardi, de schetsen van Frank Gehry en de CAD-tekeningen van Tony Fretton.
Met bijdragen van: Bart Decroos, Véronique Patteeuw, Asli Cicek, Jantje Engels, Gregorio Astengo, Mariabruna Fabrizi, Richard Hall, Merlijn Hurx, Leonidas Koutsoumpos, Francesco Marullo, Helen Thomas, Jurjen Zeinstra.
/ Ook verschenen als ebook
Dit nummer van OASE verkent het werk van zowel historische als hedendaagse architecten. De mooiste architectonische tekeningen van de afgelopen vijf eeuwen worden besproken om inzichtelijk te maken welke rol zij in de ontwerppraktijk hebben gespeeld. Met tekeningen van George Aitchison, Heinrich Tessenow, El Lissitzky, Lina Bo Bardi, Frank Gehry en Tony Fretton.
Het belang van het tekenen voor de architectuurpraktijk is moeilijk te overschatten. Architecten maken al sinds de oudheid gebruik van tekeningen om hun denkbeelden te conceptualiseren, arbeiders instructies te geven en architectonische ideeën vorm te geven. Deze band met het tekenen kwam altijd tot stand door verschillende technieken: tekenen is techniek, maar de tekenpraktijk zelf is in de loop der tijd veranderd, dit in samenhang met technologische veranderingen. Gaandeweg is zo ook de productie van de architectuur veranderd.
Deze OASE vat de totstandkoming van de architectonische tekening op als een dynamisch proces dat het architectonische denken vormgeeft. Om inzicht te verschaffen in de relatie tussen tekengereedschappen en -technieken en de daaruit voortvloeiende architectonische productie en constructie laat OASE 105 zich inspireren door een aantal gevalsanalyses. Deze lopen uiteen van profielen uit de vroege oudheid tot experimenten met tekentechnieken op middeleeuwse bouwplaatsen, de automatisering van het orthografisch tekenen in de vroege Renaissance en meer specifieke voorbeelden zoals de vooraanzichten van George Aitchison, de tekenlessen van John Ruskin, de perspectieven van Heinrich Tessenow, de axonometrische tekeningen van El Lissitzky, de surrealistische taferelen van Lina Bo Bardi, de schetsen van Frank Gehry en de CAD-tekeningen van Tony Fretton.
Met bijdragen van: Bart Decroos, Véronique Patteeuw, Asli Cicek, Jantje Engels, Gregorio Astengo, Mariabruna Fabrizi, Richard Hall, Merlijn Hurx, Leonidas Koutsoumpos, Francesco Marullo, Helen Thomas, Jurjen Zeinstra.
/ Ook verschenen als ebook