OASE 96 onderzoekt de opmerkelijke revival van architectuurpraktijken die zich richten op hergebruik en toe-eigening van zowel gebouwen, omgevingen als materialen. In welke mate kunnen en willen ontwerpers zich engageren in dit proces, en wat is de mogelijk positieve of negatieve sociale impact van deze interventies? Centraal staan casestudy’s, praktijkervaringen, kritische refl ecties en ideeën die laten zien hoe architecten en stedenbouwkundigen hergebruik proactief inzetten met het oog op de toekomstige gebruiker en/of gebruiksmogelijkheden.
Tussen het geloof in de autonomie van architectuur enerzijds en het ontwerp dat de gebruiker centraal stelt, zit een breed spectrum aan praktijken die op een radicale manier de traditionele scheiding tussen ontwerp en gebruik ter discussie stellen. De tegenstelling tussen ontwerp en gebruik wordt in dit nummer niet opgevat als een op te lossen kwestie, maar als een productief spanningsveld waarbinnen architectuur wordt gemaakt.
OASE 96 onderzoekt de opmerkelijke revival van architectuurpraktijken die zich richten op hergebruik en toe-eigening van zowel gebouwen, omgevingen als materialen. In welke mate kunnen en willen ontwerpers zich engageren in dit proces, en wat is de mogelijk positieve of negatieve sociale impact van deze interventies? Centraal staan casestudy’s, praktijkervaringen, kritische refl ecties en ideeën die laten zien hoe architecten en stedenbouwkundigen hergebruik proactief inzetten met het oog op de toekomstige gebruiker en/of gebruiksmogelijkheden.
Tussen het geloof in de autonomie van architectuur enerzijds en het ontwerp dat de gebruiker centraal stelt, zit een breed spectrum aan praktijken die op een radicale manier de traditionele scheiding tussen ontwerp en gebruik ter discussie stellen. De tegenstelling tussen ontwerp en gebruik wordt in dit nummer niet opgevat als een op te lossen kwestie, maar als een productief spanningsveld waarbinnen architectuur wordt gemaakt.