Het boek 'Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling' bevat lessen om de transitie naar natuurinclusieve steden versneld te realiseren en zo huidige en toekomstige bewoners een veerkrachtig leefklimaat te bieden. Met voorbeelden van innovatieve groene puntensystemen voor woningbouw uit binnen- en buitenland en interviews met experts uit de praktijk van de gebiedsontwikkeling met concrete handvatten voor de slag van ambitie naar realisatie en borging.
De bouwpraktijk ambieert een grotere rol voor natuur in de gebiedsontwikkeling, maar de weg van ambities naar realisatie en beheer is uitdagend. Dit boek brengt de belangrijkste knelpunten in de verschillende fasen van het planproces van de gebiedsontwikkeling in kaart en maakt oplossingen zichtbaar.
In Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling blikken de onderzoekers terug naar de eerste ecowijken uit het eind van de twintigste eeuw en kijken wat het concept heeft opgeleverd voor de bewoner en de natuur. Ook onderzoeken zij wat de realisatiewaarde was van de pionierende internationale puntensystemen, onder meer in Malmö en Stockholm. Daarnaast worden de eerste Nederlandse puntensystemen zoals van Den Haag, Amsterdam, Arnhem, Groningen en Nijmegen op de snijtafel gelegd. Hoe zitten de puntensystemen in elkaar, hoe worden ze toegepast en wat is het resultaat voor de bewoner? De ervaringen van praktijkprofessionals op sleutelposities gedeeld in interviews, bieden waardevolle inzichten voor werkbare oplossingen. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling biedt zo praktische mogelijkheden om knelpunten in governance weg te nemen en innovatie mogelijk te maken.
Met voorwoord van Cecil Konijnendijk, bekend van de 3-30-300 vuistregel.
‘Een boom in de buurt maakt de stad minder heet. Waarom staan ze dan niet overal in Amsterdam?’ - Gideon Spanjar in Het Parool
Het boek 'Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling' bevat lessen om de transitie naar natuurinclusieve steden versneld te realiseren en zo huidige en toekomstige bewoners een veerkrachtig leefklimaat te bieden. Met voorbeelden van innovatieve groene puntensystemen voor woningbouw uit binnen- en buitenland en interviews met experts uit de praktijk van de gebiedsontwikkeling met concrete handvatten voor de slag van ambitie naar realisatie en borging.
De bouwpraktijk ambieert een grotere rol voor natuur in de gebiedsontwikkeling, maar de weg van ambities naar realisatie en beheer is uitdagend. Dit boek brengt de belangrijkste knelpunten in de verschillende fasen van het planproces van de gebiedsontwikkeling in kaart en maakt oplossingen zichtbaar.
In Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling blikken de onderzoekers terug naar de eerste ecowijken uit het eind van de twintigste eeuw en kijken wat het concept heeft opgeleverd voor de bewoner en de natuur. Ook onderzoeken zij wat de realisatiewaarde was van de pionierende internationale puntensystemen, onder meer in Malmö en Stockholm. Daarnaast worden de eerste Nederlandse puntensystemen zoals van Den Haag, Amsterdam, Arnhem, Groningen en Nijmegen op de snijtafel gelegd. Hoe zitten de puntensystemen in elkaar, hoe worden ze toegepast en wat is het resultaat voor de bewoner? De ervaringen van praktijkprofessionals op sleutelposities gedeeld in interviews, bieden waardevolle inzichten voor werkbare oplossingen. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling biedt zo praktische mogelijkheden om knelpunten in governance weg te nemen en innovatie mogelijk te maken.
Met voorwoord van Cecil Konijnendijk, bekend van de 3-30-300 vuistregel.
‘Een boom in de buurt maakt de stad minder heet. Waarom staan ze dan niet overal in Amsterdam?’ - Gideon Spanjar in Het Parool