Sinds de toren van Babel, het Colosseum in Rome en de Eiffeltoren in Parijs zetten steden zich met beeldbepalende projecten op de kaart. Vooral de afgelopen decennia lijkt de stad een themapark geworden van uitbundige architectuur. In dit boek wordt op beeldende wijze beschreven hoe moderne stadsiconen, zoals de Erasmusbrug, het nieuwe Roombeek in Enschede en de High Tech Campus in Eindhoven tot stand zijn gekomen. Maar het vertelt ook over mislukte prestigeprojecten zoals het half afgebouwde Kasteel van Almere. De verhalen steunen onder meer op tientallen interviews waarin diverse architecten, van Pi de Bruijn tot Liesbeth van der Pol, aan het woord komen, net als vele wethouders, projectontwikkelaars en andere hoofdrolspelers.
Sinds de toren van Babel, het Colosseum in Rome en de Eiffeltoren in Parijs zetten steden zich met beeldbepalende projecten op de kaart. Vooral de afgelopen decennia lijkt de stad een themapark geworden van uitbundige architectuur. In dit boek wordt op beeldende wijze beschreven hoe moderne stadsiconen, zoals de Erasmusbrug, het nieuwe Roombeek in Enschede en de High Tech Campus in Eindhoven tot stand zijn gekomen. Maar het vertelt ook over mislukte prestigeprojecten zoals het half afgebouwde Kasteel van Almere. De verhalen steunen onder meer op tientallen interviews waarin diverse architecten, van Pi de Bruijn tot Liesbeth van der Pol, aan het woord komen, net als vele wethouders, projectontwikkelaars en andere hoofdrolspelers.
Het doel van dit boek is om achter de façades van architectuur te treden en de strijd van politici, ontwerpers en ontwikkelaars te reconstrueren die aan identiteitsbepalende prestigeobjecten voorafgaat. De auteur laat zien dat het bij stedelijke iconen telkens aankomt op overtuigingskracht. Niet alleen rond de initiatie en de bouw, maar ook in de narratieve nastrijd; de sociale constructie van de projectbetekenis is daarmee een langdurig en dynamisch proces.