Omstreeks 1900 lanceerde Ebenezer Howard een revolutionair model voor stedelijke ontwikkeling: de tuinstad. Hiermee wilde hij de arbeidersbevolking bevrijden uit de toenmalige misère van de industriële metropool. Het model behelsde de oprichting van een reeks zelfvoorzienende en autonome steden, met elk maximaal 32.000 inwoners, midden op het platteland. Het tuinstadmodel was een complete samenleving op lokaal schaalniveau, die een intensieve participatie van de bevolking in het bestuur en in het culturele leven moest gaan kennen, belichaamd in een besloten, intieme en geborgen vormgeving.
In de praktijk werden slechts enkele tuinsteden op die manier gerealiseerd; des te meer vond het model in de jaren 1900-1925 echter toepassing als tuindorp of tuinwijk; aan de rand van de bestaande stad, dus niet als zelfvoorzienende nederzetting midden op het platteland. Die lokale inslag blijkt ook zeventig jaar later, in een totaal gewijzigde maatschappelijke context, nog door bewoners te worden herkend en gewaardeerd
Omstreeks 1900 lanceerde Ebenezer Howard een revolutionair model voor stedelijke ontwikkeling: de tuinstad. Hiermee wilde hij de arbeidersbevolking bevrijden uit de toenmalige misère van de industriële metropool. Het model behelsde de oprichting van een reeks zelfvoorzienende en autonome steden, met elk maximaal 32.000 inwoners, midden op het platteland. Het tuinstadmodel was een complete samenleving op lokaal schaalniveau, die een intensieve participatie van de bevolking in het bestuur en in het culturele leven moest gaan kennen, belichaamd in een besloten, intieme en geborgen vormgeving.
In de praktijk werden slechts enkele tuinsteden op die manier gerealiseerd; des te meer vond het model in de jaren 1900-1925 echter toepassing als tuindorp of tuinwijk; aan de rand van de bestaande stad, dus niet als zelfvoorzienende nederzetting midden op het platteland. Die lokale inslag blijkt ook zeventig jaar later, in een totaal gewijzigde maatschappelijke context, nog door bewoners te worden herkend en gewaardeerd. Zij waarderen niet alleen de geborgenheid van het samenlevingsmodel zelf, maar ook de wijze waarop vormgevers dit model gestalte hebben gegeven.
Tuinsteden - tussen utopie en realiteit beschrijft hoe het tuinstadmodel zich ontwikkelde van theorie tot praktijk. Het brengt de waardering van dat resultaat door de huidige bewoners in kaart en het trekt ook de lijn door naar de toekomstige bouwopgave. Met de bouw van nieuwe tuindorpen kan worden aangesloten op actuele trends in de volkshuisvesting en de ruimtelijke ordening. Nieuwe tuindorpen kunnen worden gerealiseerd in groepsgewijs particulier opdrachtgeverschap; en voor het beheer kunnen die groepen ervoor kiezen om hun tuindorp te organiseren als een woondomein.