Het boek STEDELINGEN VERANDEREN DE STAD. Over nieuwe collectieven, publiek domein en transitie gaat in op kleinschalige initiatieven waarmee bewoners, activisten, kunstenaars, architecten en andere burgers, naar eigen inzicht ingrijpen in de publieke ruimte. Zij variëren van ruimtelijke interventies – het bouwen van een paviljoen of het aanleggen van een buurtmoestuin - tot programma’s die de publieke ruimte aantrekkelijk maken voor gebruik en verblijf. Mariska van den Berg onderzocht zo’n dertig voorbeelden in Nederland en daarbuiten en ondervroeg de initiatiefnemers over wat hen drijft, hoe zij hun plannen verwezenlijken en naar hun ideeën over de stad en haar publieke functies die hen motiveren.
In STEDELINGEN VERANDEREN DE STAD worden de achterliggende vragen - naar de betekenis van deze bottom-up initiatieven voor de stad en of zij erin slagen om invloed uitoefenen op de praktijk en politiek waarin onze hedendaagse steden top-down vorm krijgen - geplaatst in de bredere maatschappelijke context van burgerschap 2.0 en maatschappelijke transitie.
De auteur ziet deze Do-It-Yourself-projecten van stedelingen als waardevolle 'proeftuinen' voor stedelijke ontwikkeling van onderop en een andere omgang met de publieke ruimte. Deze initiatieven presenteren alternatieve of op z’n minst aanvullende visies en functies voor de stad die zijn geformuleerd buiten de officiële professionele kaders en daar vooralsnog met terughoudendheid worden bejegend.
Het boek STEDELINGEN VERANDEREN DE STAD. Over nieuwe collectieven, publiek domein en transitie gaat in op kleinschalige initiatieven waarmee bewoners, activisten, kunstenaars, architecten en andere burgers, naar eigen inzicht ingrijpen in de publieke ruimte. Zij variëren van ruimtelijke interventies – het bouwen van een paviljoen of het aanleggen van een buurtmoestuin - tot programma’s die de publieke ruimte aantrekkelijk maken voor gebruik en verblijf. Mariska van den Berg onderzocht zo’n dertig voorbeelden in Nederland en daarbuiten en ondervroeg de initiatiefnemers over wat hen drijft, hoe zij hun plannen verwezenlijken en naar hun ideeën over de stad en haar publieke functies die hen motiveren.
In STEDELINGEN VERANDEREN DE STAD worden de achterliggende vragen - naar de betekenis van deze bottom-up initiatieven voor de stad en of zij erin slagen om invloed uitoefenen op de praktijk en politiek waarin onze hedendaagse steden top-down vorm krijgen - geplaatst in de bredere maatschappelijke context van burgerschap 2.0 en maatschappelijke transitie.
De auteur ziet deze Do-It-Yourself-projecten van stedelingen als waardevolle 'proeftuinen' voor stedelijke ontwikkeling van onderop en een andere omgang met de publieke ruimte. Deze initiatieven presenteren alternatieve of op z’n minst aanvullende visies en functies voor de stad die zijn geformuleerd buiten de officiële professionele kaders en daar vooralsnog met terughoudendheid worden bejegend. Ze schetst de aard en de betekenis van de initiatieven evenals de gewenste rol van de overheid en andere institutionele spelers, zoals die uit de praktijk naar voren komt. Deze bottom-up praktijken mogen op belangrijke punten afwijken van wat de overheid voor ogen heeft - die neigt ze dienend te maken aan de eigen beleidsdoelen en vooral oproept tot burgerplicht - maar leveren een serieus te nemen bijdrage aan de stad. Zij kanaliseren een nieuw maatschappelijk elan - waarin burgers aansturen op meer betrokkenheid en zeggenschap in hun relatie met de overheid – dat zicht biedt op innovatie, zowel in sociale als in democratische zin.