Stedenbouwkundige Willem Wissing (1920-2008) neemt in de naoorlogse ontwikkeling van onze ruimtelijke omgeving een vooraanstaande plaats in. Wissings interesse ging in eerste instantie uit naar volkshuisvesting, maar zijn leermeester Willem van Tijen herkende in hem een groot stedenbouwkundig talent. In dienst van Van Tijen werkte Wissing aan uitbreidings- en structuurplannen voor Rotterdam, Vlaardingen en Velsen, waardoor hij zich al vroeg in zijn carriërre in de stedenbouwkunde bekwaamde.
Het bureau dat Wissing in 1955 oprichtte, had zowel een bouwkundige als een stedenbouwkundige afdeling. Als architect richtte hij zich op volkshuisvesting; van zijn keuzeplanwoning werden er circa 2000 gebouwd. In de loop van de jaren zestig verlegde Wissing zijn aandacht naar stedenbouw en ruimtelijke ordening; hij ontwierp uitbreidingsplannen en maakte structuurplannen voor stads- en streekgewesten. Bovendien werd hij de vaste adviseur van veel gemeenten.
Stedenbouwkundige Willem Wissing (1920-2008) neemt in de naoorlogse ontwikkeling van onze ruimtelijke omgeving een vooraanstaande plaats in. Wissings interesse ging in eerste instantie uit naar volkshuisvesting, maar zijn leermeester Willem van Tijen herkende in hem een groot stedenbouwkundig talent. In dienst van Van Tijen werkte Wissing aan uitbreidings- en structuurplannen voor Rotterdam, Vlaardingen en Velsen, waardoor hij zich al vroeg in zijn carriërre in de stedenbouwkunde bekwaamde.
Het bureau dat Wissing in 1955 oprichtte, had zowel een bouwkundige als een stedenbouwkundige afdeling. Als architect richtte hij zich op volkshuisvesting; van zijn keuzeplanwoning werden er circa 2000 gebouwd. In de loop van de jaren zestig verlegde Wissing zijn aandacht naar stedenbouw en ruimtelijke ordening; hij ontwierp uitbreidingsplannen en maakte structuurplannen voor stads- en streekgewesten. Bovendien werd hij de vaste adviseur van veel gemeenten.
Deze publicatie is de integrale beschrijving van Wissings oeuvre en beoogt de plaatsing ervan in de context van de wederopbouw en de naoorlogse ruimtelijke ordening van Nederland.